Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. opzadelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opzadelen (Nederlands) in het Frans

opzadelen:

opzadelen werkwoord (zadel op, zadelt op, zadelde op, zadelden op, opgezadeld)

  1. opzadelen
    imposer; seller
    • imposer werkwoord (impose, imposes, imposons, imposez, )
    • seller werkwoord (selle, selles, sellons, sellez, )

Conjugations for opzadelen:

o.t.t.
  1. zadel op
  2. zadelt op
  3. zadelt op
  4. zadelen op
  5. zadelen op
  6. zadelen op
o.v.t.
  1. zadelde op
  2. zadelde op
  3. zadelde op
  4. zadelden op
  5. zadelden op
  6. zadelden op
v.t.t.
  1. heb opgezadeld
  2. hebt opgezadeld
  3. heeft opgezadeld
  4. hebben opgezadeld
  5. hebben opgezadeld
  6. hebben opgezadeld
v.v.t.
  1. had opgezadeld
  2. had opgezadeld
  3. had opgezadeld
  4. hadden opgezadeld
  5. hadden opgezadeld
  6. hadden opgezadeld
o.t.t.t.
  1. zal opzadelen
  2. zult opzadelen
  3. zal opzadelen
  4. zullen opzadelen
  5. zullen opzadelen
  6. zullen opzadelen
o.v.t.t.
  1. zou opzadelen
  2. zou opzadelen
  3. zou opzadelen
  4. zouden opzadelen
  5. zouden opzadelen
  6. zouden opzadelen
en verder
  1. ben opgezadeld
  2. bent opgezadeld
  3. is opgezadeld
  4. zijn opgezadeld
  5. zijn opgezadeld
  6. zijn opgezadeld
diversen
  1. zadel op!
  2. zadelt op!
  3. opgezadeld
  4. opzadelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opzadelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imposer forceren; opdringen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
imposer opzadelen aandringen; aanhouden; aanvallen; attaqueren; bestormen; doordrijven; dwingen; forceren; op iets aandringen; opleggen; overvallen
seller opzadelen zadelen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
imposer imponeren

Wiktionary: opzadelen

opzadelen
Cross Translation:
FromToVia
opzadelen sellette saddle — harness saddle on an animal