Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. stopzetten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stopzetten (Nederlands) in het Frans

stopzetten:

stopzetten werkwoord (zet stop, zette stop, zetten stop, stopgezet)

  1. stopzetten (ophouden; remmen; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen)
    arrêter; cesser; bloquer; stopper
    • arrêter werkwoord (arrête, arrêtes, arrêtons, arrêtez, )
    • cesser werkwoord (cesse, cesses, cessons, cessez, )
    • bloquer werkwoord (bloque, bloques, bloquons, bloquez, )
    • stopper werkwoord (stoppe, stoppes, stoppons, stoppez, )

Conjugations for stopzetten:

o.t.t.
  1. zet stop
  2. zet stop
  3. zet stop
  4. zetten stop
  5. zetten stop
  6. zetten stop
o.v.t.
  1. zette stop
  2. zette stop
  3. zette stop
  4. zetten stop
  5. zetten stop
  6. zetten stop
v.t.t.
  1. heb stopgezet
  2. hebt stopgezet
  3. heeft stopgezet
  4. hebben stopgezet
  5. hebben stopgezet
  6. hebben stopgezet
v.v.t.
  1. had stopgezet
  2. had stopgezet
  3. had stopgezet
  4. hadden stopgezet
  5. hadden stopgezet
  6. hadden stopgezet
o.t.t.t.
  1. zal stopzetten
  2. zult stopzetten
  3. zal stopzetten
  4. zullen stopzetten
  5. zullen stopzetten
  6. zullen stopzetten
o.v.t.t.
  1. zou stopzetten
  2. zou stopzetten
  3. zou stopzetten
  4. zouden stopzetten
  5. zouden stopzetten
  6. zouden stopzetten
en verder
  1. ben stopgezet
  2. bent stopgezet
  3. is stopgezet
  4. zijn stopgezet
  5. zijn stopgezet
  6. zijn stopgezet
diversen
  1. zet stop!
  2. zett stop!
  3. stopgezet
  4. stopzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stopzetten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrêter aborteren; stilhouden; stoppen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrêter halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen aanhouden; afhouden; aflaten; afsluiten; afzetten; arresteren; beletten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ermee uitscheiden; ervanaf houden; gesprek beëindigen; gevangennemen; in hechtenis nemen; inrekenen; opgeven; ophouden; oppakken; staken; stelpen; stillen; stilstaan; stilzetten; stoppen; tegenwerken; temporiseren; tot stilstand brengen; tot stilstand komen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitscheiden; uitzetten; vatten; vertragen; weerhouden
bloquer halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen afbreken; barricaderen; belemmeren; beletten; blokkeren; doen ophouden; klemrijden; obstructie plegen; onderbreken; platleggen; stremmen; vastrijden; verhinderen; versperren
cesser halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; temporiseren; uitscheiden; vertragen
stopper halt houden; ophouden; remmen; stopzetten; tegenhouden; tot staan brengen afhouden; aflopen; afsluiten; afzetten; beletten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ervanaf houden; halt houden; halthouden; ophouden; stilzetten; stoppen; tegenwerken; tot stilstand brengen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan; weerhouden

Wiktionary: stopzetten

stopzetten
Cross Translation:
FromToVia
stopzetten suspendre suspend — To discontinue or interrupt a function, task, position, or event