Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor atmosfeer in het Nederlands

atmosfeer:

atmosfeer [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de atmosfeer
    de atmosfeer; de lucht; dampkring rond aarde; de dampkring; de luchtmassa
  2. de atmosfeer
    de atmosfeer
  3. de atmosfeer
    – de lucht om ons heen 1
    de atmosfeer
    – de lucht om ons heen 1
    • atmosfeer [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in dit huis is de atmosfeer vochtig1
  4. de atmosfeer
    – omhulsel van gas om de aarde 1
    de atmosfeer; de dampkring
    – omhulsel van gas om de aarde 1
    • atmosfeer [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de raket moest door de atmosfeer heen1
    • dampkring [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de raket ging door de dampkring heen1
  5. de atmosfeer
    – hoe het voelt om tussen andere mensen te zijn 1
    de sfeer; de stemming; de atmosfeer
    – hoe het voelt om tussen andere mensen te zijn 1
    • sfeer [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de sfeer in dat gezin is erg plezierig1
    • stemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • er heerste een vrolijke stemming in de klas1
    • atmosfeer [de ~] zelfstandig naamwoord
      • in dat gezelschap heerste een onvriendelijke atmosfeer1

Verwante woorden van "atmosfeer":

  • atmosferen

Alternatieve synoniemen voor "atmosfeer":


Verwante definities voor "atmosfeer":

  1. de lucht om ons heen1
    • in dit huis is de atmosfeer vochtig1
  2. omhulsel van gas om de aarde1
    • de raket moest door de atmosfeer heen1
  3. hoe het voelt om tussen andere mensen te zijn1
    • in dat gezelschap heerste een onvriendelijke atmosfeer1

Verwante synoniemen voor atmosfeer