Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor schaatsen in het Nederlands
schaatsen:
-
schaatsen
schaatsen; schaatsenrijden-
schaatsen werkwoord
-
schaatsenrijden werkwoord (rijd schaatsen, rijdt schaatsen, reed schaatsen, reden schaatsen, schaatsengereden)
-
-
de schaatsen
Verwante woorden van "schaatsen":
schaatsen vorm van schaats:
-
de schaats
-
de schaats
– lang scherp ijzer onder schoen, voor op het ijs 1