Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor uiterste in het Nederlands

uiterste:

uiterste [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het uiterste
    het uiterste; de grens; de limiet
    • uiterste [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grens [de ~] zelfstandig naamwoord
    • limiet [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "uiterste":


uiterst:

uiterst bijvoeglijk naamwoord

  1. uiterst
    bijzonder; buitengewoon; uiterst; zeer; uitermate; heel erg; extreem; buitensporig; hogelijk; excessief; ten zeerste; buitengemeen
  2. uiterst
    bijzonder; extreem; buitengewoon; meest; maximaal; uiterst; ergst; grootst; hoogst
  3. uiterst
    – heel erg 1
    bijzonder; buitengewoon; uiterst
    – heel erg 1
    • bijzonder bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind jouw gedrag bijzonder storend1
    • buitengewoon bijvoeglijk naamwoord
      • dat vind ik buitengewoon vervelend1
    • uiterst bijvoeglijk naamwoord
      • dat is uiterst vervelend1
  4. uiterst
    – het kan niet verder of erger 1
    uiterst
    – het kan niet verder of erger 1
    • uiterst bijvoeglijk naamwoord
      • hij zat op het uiterste puntje van zijn stoel1

Verwante woorden van "uiterst":


Alternatieve synoniemen voor "uiterst":


Verwante definities voor "uiterst":

  1. heel erg1
    • dat is uiterst vervelend1
  2. het kan niet verder of erger1
    • hij zat op het uiterste puntje van zijn stoel1

Verwante synoniemen voor uiterste