Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. vibreren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor vibreren in het Nederlands

vibreren:

vibreren werkwoord (vibreer, vibreert, vibreerde, vibreerden, gevibreerd)

  1. vibreren
    vibreren; trillen
    • vibreren werkwoord (vibreer, vibreert, vibreerde, vibreerden, gevibreerd)
    • trillen werkwoord (tril, trilt, trilde, trilden, getrild)

Conjugations for vibreren:

o.t.t.
  1. vibreer
  2. vibreert
  3. vibreert
  4. vibreren
  5. vibreren
  6. vibreren
o.v.t.
  1. vibreerde
  2. vibreerde
  3. vibreerde
  4. vibreerden
  5. vibreerden
  6. vibreerden
v.t.t.
  1. heb gevibreerd
  2. hebt gevibreerd
  3. heeft gevibreerd
  4. hebben gevibreerd
  5. hebben gevibreerd
  6. hebben gevibreerd
v.v.t.
  1. had gevibreerd
  2. had gevibreerd
  3. had gevibreerd
  4. hadden gevibreerd
  5. hadden gevibreerd
  6. hadden gevibreerd
o.t.t.t.
  1. zal vibreren
  2. zult vibreren
  3. zal vibreren
  4. zullen vibreren
  5. zullen vibreren
  6. zullen vibreren
o.v.t.t.
  1. zou vibreren
  2. zou vibreren
  3. zou vibreren
  4. zouden vibreren
  5. zouden vibreren
  6. zouden vibreren
diversen
  1. vibreer!
  2. vibreert!
  3. gevibreerd
  4. vibrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze