Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wettigheid in het Nederlands

wettigheid:

wettigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de wettigheid
    de legitimiteit; de wettigheid
  2. de wettigheid
    de rechtmatigheid; de rechtsgeldigheid; de wettigheid

Verwante woorden van "wettigheid":


wettig:

wettig bijvoeglijk naamwoord

  1. wettig
    wettelijk; legitiem; legaal; wettig; rechtsgeldig; gewettigd
  2. wettig
    rechtvaardig; billijk; rechtmatig; wettig; gewettigd; wetmatig
  3. wettig
    – wat volgens de wet is 1
    wettig
    – wat volgens de wet is 1
    • wettig bijvoeglijk naamwoord
      • Anja is zijn wettige echtgenote1

Verwante woorden van "wettig":


Verwante definities voor "wettig":

  1. wat volgens de wet is1
    • Anja is zijn wettige echtgenote1