Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. wraak:
  2. wraken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor wraak in het Nederlands

wraak:

wraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wraak
    de wraak; de wraakneming
    • wraak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wraakneming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "wraak":


wraken:

wraken werkwoord (wraak, wraakt, wraakte, wraakten, gewraakt)

  1. wraken
    afdrijven; verlijeren; wraken
    • afdrijven werkwoord (drijf af, drijft af, dreef af, dreven af, afgedreven)
    • verlijeren werkwoord
    • wraken werkwoord (wraak, wraakt, wraakte, wraakten, gewraakt)

Conjugations for wraken:

o.t.t.
  1. wraak
  2. wraakt
  3. wraakt
  4. wraken
  5. wraken
  6. wraken
o.v.t.
  1. wraakte
  2. wraakte
  3. wraakte
  4. wraakten
  5. wraakten
  6. wraakten
v.t.t.
  1. heb gewraakt
  2. hebt gewraakt
  3. heeft gewraakt
  4. hebben gewraakt
  5. hebben gewraakt
  6. hebben gewraakt
v.v.t.
  1. had gewraakt
  2. had gewraakt
  3. had gewraakt
  4. hadden gewraakt
  5. hadden gewraakt
  6. hadden gewraakt
o.t.t.t.
  1. zal wraken
  2. zult wraken
  3. zal wraken
  4. zullen wraken
  5. zullen wraken
  6. zullen wraken
o.v.t.t.
  1. zou wraken
  2. zou wraken
  3. zou wraken
  4. zouden wraken
  5. zouden wraken
  6. zouden wraken
diversen
  1. wraak!
  2. wraakt!
  3. gewraakt
  4. wrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "wraken":