Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. aanspitsen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor aanspitsen in het Nederlands

aanspitsen:

aanspitsen werkwoord (spits aan, spitst aan, spitste aan, spitsten aan, aangespitst)

  1. aanspitsen
    aanscherpen; aanspitsen
    • aanscherpen werkwoord
    • aanspitsen werkwoord (spits aan, spitst aan, spitste aan, spitsten aan, aangespitst)

Conjugations for aanspitsen:

o.t.t.
  1. spits aan
  2. spitst aan
  3. spitst aan
  4. spitsen aan
  5. spitsen aan
  6. spitsen aan
o.v.t.
  1. spitste aan
  2. spitste aan
  3. spitste aan
  4. spitsten aan
  5. spitsten aan
  6. spitsten aan
v.t.t.
  1. heb aangespitst
  2. hebt aangespitst
  3. heeft aangespitst
  4. hebben aangespitst
  5. hebben aangespitst
  6. hebben aangespitst
v.v.t.
  1. had aangespitst
  2. had aangespitst
  3. had aangespitst
  4. hadden aangespitst
  5. hadden aangespitst
  6. hadden aangespitst
o.t.t.t.
  1. zal aanspitsen
  2. zult aanspitsen
  3. zal aanspitsen
  4. zullen aanspitsen
  5. zullen aanspitsen
  6. zullen aanspitsen
o.v.t.t.
  1. zou aanspitsen
  2. zou aanspitsen
  3. zou aanspitsen
  4. zouden aanspitsen
  5. zouden aanspitsen
  6. zouden aanspitsen
diversen
  1. spits aan!
  2. spitst aan!
  3. aangespitst
  4. aanspitsende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze