Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. aanvoelen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor aanvoelen in het Nederlands

aanvoelen:

aanvoelen werkwoord (voel aan, voelt aan, voelde aan, voelden aan, aangevoeld)

  1. aanvoelen
    aanvoelen; voorvoelen
    • aanvoelen werkwoord (voel aan, voelt aan, voelde aan, voelden aan, aangevoeld)
    • voorvoelen werkwoord (voorvoel, voorvoelt, voorvoelde, voorvoelden, voorvoeld)

Conjugations for aanvoelen:

o.t.t.
  1. voel aan
  2. voelt aan
  3. voelt aan
  4. voelen aan
  5. voelen aan
  6. voelen aan
o.v.t.
  1. voelde aan
  2. voelde aan
  3. voelde aan
  4. voelden aan
  5. voelden aan
  6. voelden aan
v.t.t.
  1. heb aangevoeld
  2. hebt aangevoeld
  3. heeft aangevoeld
  4. hebben aangevoeld
  5. hebben aangevoeld
  6. hebben aangevoeld
v.v.t.
  1. had aangevoeld
  2. had aangevoeld
  3. had aangevoeld
  4. hadden aangevoeld
  5. hadden aangevoeld
  6. hadden aangevoeld
o.t.t.t.
  1. zal aanvoelen
  2. zult aanvoelen
  3. zal aanvoelen
  4. zullen aanvoelen
  5. zullen aanvoelen
  6. zullen aanvoelen
o.v.t.t.
  1. zou aanvoelen
  2. zou aanvoelen
  3. zou aanvoelen
  4. zouden aanvoelen
  5. zouden aanvoelen
  6. zouden aanvoelen
diversen
  1. voel aan!
  2. voelt aan!
  3. aangevoeld
  4. aanvoelende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aanvoelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanvoelen
    feeling; het gevoel; aanvoelen
    • feeling [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gevoel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aanvoelen [znw.] zelfstandig naamwoord