Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. afbreuk:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor afbreuk in het Nederlands

afbreuk:

afbreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de afbreuk
    de schade; het verlies; de afbreuk
    • schade [de ~] zelfstandig naamwoord
    • verlies [het ~] zelfstandig naamwoord
    • afbreuk [de ~] zelfstandig naamwoord

Verwante synoniemen voor afbreuk