Nederlandse synoniemen van afgevaardigde, ander woord voor afgevaardigde

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

afgevaardigde:
- afgevaardigde; gedelegeerde; gemachtigde; gedeputeerde; lasthebber; gecommitteerde; gezant; afgezant; vertegenwoordiger; representant; zaakgelastigde

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor afgevaardigde in het Nederlands

de afgevaardigde
de afgevaardigde; de gedelegeerde; de gemachtigde; de gedeputeerde; de lasthebber
- afgevaardigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedelegeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gemachtigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedeputeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- lasthebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de afgevaardigde
de afgevaardigde; de gedeputeerde; de gedelegeerde; de gecommitteerde
- afgevaardigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedeputeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedelegeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gecommitteerde [de ~] zelfstandig naamwoord
de afgevaardigde
de afgevaardigde; de gezant; de afgezant
- afgevaardigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gezant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afgezant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
de afgevaardigde
de vertegenwoordiger; de afgevaardigde; de gedelegeerde; de gedeputeerde; de representant; de zaakgelastigde; de gecommitteerde
- vertegenwoordiger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afgevaardigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedelegeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedeputeerde [de ~] zelfstandig naamwoord
- representant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- zaakgelastigde [de ~] zelfstandig naamwoord
- gecommitteerde [de ~] zelfstandig naamwoord
de afgevaardigde
de afgevaardigde
- afgevaardigde [de ~] zelfstandig naamwoord