Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. afwijken:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor afwijken in het Nederlands

afwijken:

afwijken werkwoord (wijk af, wijkt af, week af, weken af, afgeweken)

  1. afwijken
    afwijken; verschillen
    • afwijken werkwoord (wijk af, wijkt af, week af, weken af, afgeweken)
    • verschillen werkwoord (verschil, verschilt, verschilde, verschilden, verschild)
  2. afwijken
    – anders zijn 1
    afwijken
    – anders zijn 1
    • afwijken werkwoord (wijk af, wijkt af, week af, weken af, afgeweken)
      • deze kleur wijkt af van die andere kleur1
  3. afwijken
    – je ergens niet aan houden 1
    afwijken
    – je ergens niet aan houden 1
    • afwijken werkwoord (wijk af, wijkt af, week af, weken af, afgeweken)
      • we zijn van het plan afgeweken1

Conjugations for afwijken:

o.t.t.
  1. wijk af
  2. wijkt af
  3. wijkt af
  4. wijken af
  5. wijken af
  6. wijken af
o.v.t.
  1. week af
  2. week af
  3. week af
  4. weken af
  5. weken af
  6. weken af
v.t.t.
  1. ben afgeweken
  2. bent afgeweken
  3. is afgeweken
  4. zijn afgeweken
  5. zijn afgeweken
  6. zijn afgeweken
v.v.t.
  1. was afgeweken
  2. was afgeweken
  3. was afgeweken
  4. waren afgeweken
  5. waren afgeweken
  6. waren afgeweken
o.t.t.t.
  1. zal afwijken
  2. zult afwijken
  3. zal afwijken
  4. zullen afwijken
  5. zullen afwijken
  6. zullen afwijken
o.v.t.t.
  1. zou afwijken
  2. zou afwijken
  3. zou afwijken
  4. zouden afwijken
  5. zouden afwijken
  6. zouden afwijken
diversen
  1. wijk af!
  2. wijkt af!
  3. afgeweken
  4. afwijkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "afwijken":

  1. anders zijn1
    • deze kleur wijkt af van die andere kleur1
  2. je ergens niet aan houden1
    • we zijn van het plan afgeweken1