Nederlandse synoniemen van alleenstaande, ander woord voor alleenstaande

Overzicht

Nederlands Synoniemen: Meer gegevens...

alleenstaande:
- vrijgezel; alleenstaande
alleenstaand:
- alleenstaand; single; vrijgezel; ongebonden; gescheiden; apart; afzonderlijk; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand; geïsoleerd

Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor alleenstaande in het Nederlands

alleenstaande
de vrijgezel; alleenstaande
- vrijgezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- alleenstaande [znw.] zelfstandig naamwoord
alleenstaande
alleenstaande
- alleenstaande [znw.] zelfstandig naamwoord

alleenstaand
alleenstaand; single
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- single bijvoeglijk naamwoord
alleenstaand
vrijgezel; alleenstaand; ongebonden
- vrijgezel bijvoeglijk naamwoord
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- ongebonden bijvoeglijk naamwoord
alleenstaand
gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand
- gescheiden bijvoeglijk naamwoord
- apart bijvoeglijk naamwoord
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- separaat bijvoeglijk naamwoord
- op zich bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
- losstaand bijvoeglijk naamwoord
- vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
alleenstaand
vrijstaand; geïsoleerd; alleenstaand; apart; afzonderlijk; op zichzelf staand; op zich; separaat; losstaand
- vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
- geïsoleerd bijvoeglijk naamwoord
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- apart bijvoeglijk naamwoord
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
- op zich bijvoeglijk naamwoord
- separaat bijvoeglijk naamwoord
- losstaand bijvoeglijk naamwoord