Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. ankeren:
  2. anker:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor ankeren in het Nederlands

ankeren:

ankeren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. ankeren
    ankeren
    • ankeren [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "ankeren":


ankeren vorm van anker:

anker [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het anker
    het muuranker; het anker
    • muuranker [het ~] zelfstandig naamwoord
    • anker [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het anker
    het anker
    • anker [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "anker":