Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. applaudisseren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor applaudisseren in het Nederlands

applaudisseren:

applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)

  1. applaudisseren
    applaudisseren; klappen
    • applaudisseren werkwoord (applaudisseer, applaudisseert, applaudisseerde, applaudisseerden, geapplaudisseerd)
    • klappen werkwoord (klap, klapt, klapte, klapten, geklapt)

Conjugations for applaudisseren:

o.t.t.
  1. applaudisseer
  2. applaudisseert
  3. applaudisseert
  4. applaudisseren
  5. applaudisseren
  6. applaudisseren
o.v.t.
  1. applaudisseerde
  2. applaudisseerde
  3. applaudisseerde
  4. applaudisseerden
  5. applaudisseerden
  6. applaudisseerden
v.t.t.
  1. heb geapplaudisseerd
  2. hebt geapplaudisseerd
  3. heeft geapplaudisseerd
  4. hebben geapplaudisseerd
  5. hebben geapplaudisseerd
  6. hebben geapplaudisseerd
v.v.t.
  1. had geapplaudisseerd
  2. had geapplaudisseerd
  3. had geapplaudisseerd
  4. hadden geapplaudisseerd
  5. hadden geapplaudisseerd
  6. hadden geapplaudisseerd
o.t.t.t.
  1. zal applaudisseren
  2. zult applaudisseren
  3. zal applaudisseren
  4. zullen applaudisseren
  5. zullen applaudisseren
  6. zullen applaudisseren
o.v.t.t.
  1. zou applaudisseren
  2. zou applaudisseren
  3. zou applaudisseren
  4. zouden applaudisseren
  5. zouden applaudisseren
  6. zouden applaudisseren
diversen
  1. applaudisseer!
  2. applaudisseert!
  3. geapplaudisseerd
  4. applaudisserende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze