Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor auteur in het Nederlands

auteur:

auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de auteur
    de auteur; de maker; de schepper; de voortbrenger
    • auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • maker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • voortbrenger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de auteur
    de auteur; de schrijfster
    • auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schrijfster [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. de auteur
    de schrijver; de auteur; de dichter
    • schrijver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de auteur
    de auteur
    • auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. de auteur
    – wie een tekst geschreven heeft 1
    de auteur
    – wie een tekst geschreven heeft 1
    • auteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • de auteur van dit boek is onbekend1

Verwante woorden van "auteur":


Alternatieve synoniemen voor "auteur":


Verwante definities voor "auteur":

  1. wie een tekst geschreven heeft1
    • de auteur van dit boek is onbekend1