Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. been:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor been in het Nederlands

been:

been [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het been
    het been
    • been [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het been
    de ledemaat; het been
    • ledemaat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • been [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. het been
    – iets dat op een been lijkt 1
    het been
    – iets dat op een been lijkt 1
    • been [het ~] zelfstandig naamwoord
      • de benen van de passer1
  4. het been
    – lichaamsdeel vanaf je billen, waarmee je staat of loopt 1
    het been
    – lichaamsdeel vanaf je billen, waarmee je staat of loopt 1
    • been [het ~] zelfstandig naamwoord
      • vorig jaar heeft ze haar been gebroken1
  5. het been
    – deel van het geraamte van mens of dier 1
    het been; het bot
    – deel van het geraamte van mens of dier 1
    • been [het ~] zelfstandig naamwoord
      • er zit nog een beentje in het vlees1
    • bot [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het bot in de arm is gebroken1

Verwante woorden van "been":

  • benen, beentje, beentjes

Alternatieve synoniemen voor "been":


Verwante definities voor "been":

  1. iets dat op een been lijkt1
    • de benen van de passer1
  2. lichaamsdeel vanaf je billen, waarmee je staat of loopt1
    • vorig jaar heeft ze haar been gebroken1
  3. deel van het geraamte van mens of dier1
    • er zit nog een beentje in het vlees1

Verwante synoniemen voor been