Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. beklemd:
  2. beklemmen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor beklemd in het Nederlands

beklemd:

beklemd bijvoeglijk naamwoord

  1. beklemd
    beklemd; bekneld
  2. beklemd
    beklemd; geklemd

Verwante woorden van "beklemd":


beklemd vorm van beklemmen:

beklemmen werkwoord (beklem, beklemt, beklemde, beklemden, beklemd)

  1. beklemmen
    benauwen; beklemmen
    • benauwen werkwoord (benauw, benauwt, benauwde, benauwden, benauwd)
    • beklemmen werkwoord (beklem, beklemt, beklemde, beklemden, beklemd)

Conjugations for beklemmen:

o.t.t.
  1. beklem
  2. beklemt
  3. beklemt
  4. beklemmen
  5. beklemmen
  6. beklemmen
o.v.t.
  1. beklemde
  2. beklemde
  3. beklemde
  4. beklemden
  5. beklemden
  6. beklemden
v.t.t.
  1. heb beklemd
  2. hebt beklemd
  3. heeft beklemd
  4. hebben beklemd
  5. hebben beklemd
  6. hebben beklemd
v.v.t.
  1. had beklemd
  2. had beklemd
  3. had beklemd
  4. hadden beklemd
  5. hadden beklemd
  6. hadden beklemd
o.t.t.t.
  1. zal beklemmen
  2. zult beklemmen
  3. zal beklemmen
  4. zullen beklemmen
  5. zullen beklemmen
  6. zullen beklemmen
o.v.t.t.
  1. zou beklemmen
  2. zou beklemmen
  3. zou beklemmen
  4. zouden beklemmen
  5. zouden beklemmen
  6. zouden beklemmen
diversen
  1. beklem!
  2. beklemt!
  3. beklemd
  4. beklemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze