Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bereik in het Nederlands

bereik:

bereik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bereik
    de range; het bereik; de reikwijdte; het verspreidingsgebied; de draagwijdte
  2. het bereik
    het bereik; de bandbreedte
  3. het bereik
    het bereik
    • bereik [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. het bereik
    het bereik; zoekbereik

bereiken:

bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)

  1. bereiken
    bereiken; penetreren in; doordringen
    • bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)
    • penetreren in werkwoord
    • doordringen werkwoord (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
  2. bereiken
    – contact met iemand krijgen 1
    bereiken
    – contact met iemand krijgen 1
    • bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)
      • hoe bereik ik de directeur?1
  3. bereiken
    – een resultaat halen 1
    bereiken
    – een resultaat halen 1
    • bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)
      • zo bereiken we dat iedereen meehelpt1
  4. bereiken
    – op een plaats komen 1
    bereiken
    – op een plaats komen 1
    • bereiken werkwoord (bereik, bereikt, bereikte, bereikten, bereikt)
      • hoe bereik ik de Kanaalstraat?1

Conjugations for bereiken:

o.t.t.
  1. bereik
  2. bereikt
  3. bereikt
  4. bereiken
  5. bereiken
  6. bereiken
o.v.t.
  1. bereikte
  2. bereikte
  3. bereikte
  4. bereikten
  5. bereikten
  6. bereikten
v.t.t.
  1. heb bereikt
  2. hebt bereikt
  3. heeft bereikt
  4. hebben bereikt
  5. hebben bereikt
  6. hebben bereikt
v.v.t.
  1. had bereikt
  2. had bereikt
  3. had bereikt
  4. hadden bereikt
  5. hadden bereikt
  6. hadden bereikt
o.t.t.t.
  1. zal bereiken
  2. zult bereiken
  3. zal bereiken
  4. zullen bereiken
  5. zullen bereiken
  6. zullen bereiken
o.v.t.t.
  1. zou bereiken
  2. zou bereiken
  3. zou bereiken
  4. zouden bereiken
  5. zouden bereiken
  6. zouden bereiken
diversen
  1. bereik!
  2. bereikt!
  3. bereikt
  4. bereikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante definities voor "bereiken":

  1. contact met iemand krijgen1
    • hoe bereik ik de directeur?1
  2. een resultaat halen1
    • zo bereiken we dat iedereen meehelpt1
  3. op een plaats komen1
    • hoe bereik ik de Kanaalstraat?1