Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor beschaafd in het Nederlands

beschaafd:

beschaafd bijvoeglijk naamwoord

  1. beschaafd
    netjes; beschaafd; fatsoenlijk; welgemanierd; welopgevoed
  2. beschaafd
    ontwikkeld; geciviliseerd; beschaafd; gecultiveerd
  3. beschaafd
    beleefd; beschaafd; voorkomend; welopgevoed; wellevend; gemanierd

Verwante woorden van "beschaafd":

  • beschaafdheid, beschaafder, beschaafdere, beschaafdst, beschaafdste

beschaafd vorm van beschaven:

beschaven werkwoord (beschaaf, beschaaft, beschaafde, beschaafden, beschaafd)

  1. beschaven
    cultiveren; ontwikkelen; civiliseren; beschaven
    • cultiveren werkwoord (cultiveer, cultiveert, cultiveerde, cultiveerden, gecultiveerd)
    • ontwikkelen werkwoord (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)
    • civiliseren werkwoord (civiliseer, civiliseert, civiliseerde, civiliseerden, geciviliseerd)
    • beschaven werkwoord (beschaaf, beschaaft, beschaafde, beschaafden, beschaafd)

Conjugations for beschaven:

o.t.t.
  1. beschaaf
  2. beschaaft
  3. beschaaft
  4. beschaven
  5. beschaven
  6. beschaven
o.v.t.
  1. beschaafde
  2. beschaafde
  3. beschaafde
  4. beschaafden
  5. beschaafden
  6. beschaafden
v.t.t.
  1. heb beschaafd
  2. hebt beschaafd
  3. heeft beschaafd
  4. hebben beschaafd
  5. hebben beschaafd
  6. hebben beschaafd
v.v.t.
  1. had beschaafd
  2. had beschaafd
  3. had beschaafd
  4. hadden beschaafd
  5. hadden beschaafd
  6. hadden beschaafd
o.t.t.t.
  1. zal beschaven
  2. zult beschaven
  3. zal beschaven
  4. zullen beschaven
  5. zullen beschaven
  6. zullen beschaven
o.v.t.t.
  1. zou beschaven
  2. zou beschaven
  3. zou beschaven
  4. zouden beschaven
  5. zouden beschaven
  6. zouden beschaven
diversen
  1. beschaaf!
  2. beschaaft!
  3. beschaafd
  4. beschavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

beschaven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. beschaven
    cultiveren; ontwikkelen; het vormen; beschaven