Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bevel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bevel in het Nederlands

bevel:

bevel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het bevel
    de order; de commando; het bevel
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
    • commando [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. het bevel
    – wat je moet doen van iemand 1
    de opdracht; de order; het bevel
    – wat je moet doen van iemand 1
    • opdracht [de ~] zelfstandig naamwoord
      • Nico, jouw opdracht is dit produkt te verkopen1
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
      • de soldaten kregen een order om te vertrekken1
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij geeft een bevel en ik moet doen wat hij zegt1

Alternatieve synoniemen voor "bevel":


Verwante definities voor "bevel":

  1. wat je moet doen van iemand1
    • hij geeft een bevel en ik moet doen wat hij zegt1

Verwante synoniemen voor bevel