Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bevelhebber in het Nederlands

bevelhebber:

bevelhebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bevelhebber
    de bevelhebber; de meester; de baas; de beheerser; de gebieder
    • bevelhebber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • meester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • beheerser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gebieder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de bevelhebber
    de aanvoerder; de bevelhebber; de commandant; de kapitein
  3. de bevelhebber
    de bevelhebber; de commandant; de overste

Verwante woorden van "bevelhebber":

  • bevelhebbers