Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bij elkaar vegen:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bij elkaar vegen in het Nederlands

bij elkaar vegen:

bij elkaar vegen werkwoord (veeg bij elkaar, veegt bij elkaar, veegde bij elkaar, veegden bij elkaar, bij elkaar geveegd)

  1. bij elkaar vegen
    bij elkaar vegen
    • bij elkaar vegen werkwoord (veeg bij elkaar, veegt bij elkaar, veegde bij elkaar, veegden bij elkaar, bij elkaar geveegd)

Conjugations for bij elkaar vegen:

o.t.t.
  1. veeg bij elkaar
  2. veegt bij elkaar
  3. veegt bij elkaar
  4. vegen bij elkaar
  5. vegen bij elkaar
  6. vegen bij elkaar
o.v.t.
  1. veegde bij elkaar
  2. veegde bij elkaar
  3. veegde bij elkaar
  4. veegden bij elkaar
  5. veegden bij elkaar
  6. veegden bij elkaar
v.t.t.
  1. heb bij elkaar geveegd
  2. hebt bij elkaar geveegd
  3. heeft bij elkaar geveegd
  4. hebben bij elkaar geveegd
  5. hebben bij elkaar geveegd
  6. hebben bij elkaar geveegd
v.v.t.
  1. had bij elkaar geveegd
  2. had bij elkaar geveegd
  3. had bij elkaar geveegd
  4. hadden bij elkaar geveegd
  5. hadden bij elkaar geveegd
  6. hadden bij elkaar geveegd
o.t.t.t.
  1. zal bij elkaar vegen
  2. zult bij elkaar vegen
  3. zal bij elkaar vegen
  4. zullen bij elkaar vegen
  5. zullen bij elkaar vegen
  6. zullen bij elkaar vegen
o.v.t.t.
  1. zou bij elkaar vegen
  2. zou bij elkaar vegen
  3. zou bij elkaar vegen
  4. zouden bij elkaar vegen
  5. zouden bij elkaar vegen
  6. zouden bij elkaar vegen
diversen
  1. veeg bij elkaar!
  2. veegt bij elkaar!
  3. bij elkaar geveegd
  4. bij elkaar vegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante synoniemen voor bij elkaar vegen