Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor binnenste in het Nederlands

binnenste:

binnenste [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het binnenste
    middelste; het binnenste
  2. het binnenste
    de kern; het binnenste
    • kern [de ~] zelfstandig naamwoord
    • binnenste [het ~] zelfstandig naamwoord

binnenste bijvoeglijk naamwoord

  1. binnenste
    innerlijk; binnenste

Verwante woorden van "binnenste":


binnen:

binnen bijvoeglijk naamwoord

  1. binnen
    binnen; binnen een tijdsspanne
  2. binnen
    binnen; binnenskamers; binnenshuis
  3. binnen
    binnen; hierbinnen
  4. binnen
    binnen
    • binnen bijvoeglijk naamwoord

binnen bijvoeglijk naamwoord

  1. binnen
    binnen; binnen-

binnen

  1. binnen
    – in een ruimte 1
    binnen
    – in een ruimte 1
    • binnen
      • het is slecht weer, we blijven binnen1

Verwante woorden van "binnen":


Antoniemen van "binnen":


Verwante definities voor "binnen":

  1. in een ruimte1
    • het is slecht weer, we blijven binnen1

Verwante synoniemen voor binnenste