Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor bliksems in het Nederlands

bliksems:

bliksems bijvoeglijk naamwoord

  1. bliksems
    verduiveld; verdraaid; bliksems

bliksems [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bliksems
    de bliksems; het weerlichten

Verwante woorden van "bliksems":


bliksem:

bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bliksem
    de bliksem; de weerlicht
    • bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weerlicht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de bliksem
    de bliksemschicht; de bliksemslag; de bliksem; de flits; de bliksemflits
  3. de bliksem
    het hemelvuur; de bliksem
    • hemelvuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. de bliksem
    – een lichtflits door de lucht 1
    de bliksem
    – een lichtflits door de lucht 1
    • bliksem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • eerst was er alleen onweer, later ook bliksem1

Verwante woorden van "bliksem":


Verwante definities voor "bliksem":

  1. een lichtflits door de lucht1
    • eerst was er alleen onweer, later ook bliksem1