Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor blind in het Nederlands

blind:

blind [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het blind
    het vensterluik; het blind

blind bijvoeglijk naamwoord

  1. blind
    blind; niet zien kunnend
  2. blind
    niet kunnende zien; blind
  3. blind
    – niet kunnen zien 1
    blind
    – niet kunnen zien 1
    • blind bijvoeglijk naamwoord
      • door het ongeluk is hij aan een oog blind1

Verwante woorden van "blind":


Verwante definities voor "blind":

  1. niet kunnen zien1
    • door het ongeluk is hij aan een oog blind1

Verwante synoniemen voor blind