Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor boeiend in het Nederlands

boeiend:

boeiend bijvoeglijk naamwoord

  1. boeiend
    boeiend; aangrijpend; pakkend
  2. boeiend
    fascinerend; boeiend; integrerend
  3. boeiend
    spannend; adembenemend; boeiend; sensationeel; opwindend; pakkend; meeslepend; zinderend
  4. boeiend
    – wat je aandacht in beslag neemt 1
    boeiend
    – wat je aandacht in beslag neemt 1
    • boeiend bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind dat boek erg boeiend1

Verwante woorden van "boeiend":

  • boeiender, boeiendere, boeiendst, boeiendste

Alternatieve synoniemen voor "boeiend":


Antoniemen van "boeiend":


Verwante definities voor "boeiend":

  1. wat je aandacht in beslag neemt1
    • ik vind dat boek erg boeiend1

boeien:

boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)

  1. boeien
    intrigeren; fascineren; boeien
    • intrigeren werkwoord (intrigeer, intrigeert, intrigeerde, intrigeerden, geïntrigeerd)
    • fascineren werkwoord (fascineer, fascineert, fascineerde, fascineerden, gefascineerd)
    • boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)
  2. boeien
    boeien; ketenen; binden; kluisteren
    • boeien werkwoord (boei, boeit, boeide, boeiden, geboeid)
    • ketenen werkwoord (keten, ketent, ketende, ketenden, geketend)
    • binden werkwoord (bind, bindt, bond, bonden, gebonden)
    • kluisteren werkwoord (kluister, kluistert, kluisterde, kluisterden, gekluisterd)
  3. boeien
    boeien; aandacht vasthouden; gekluisterd zitten

Conjugations for boeien:

o.t.t.
  1. boei
  2. boeit
  3. boeit
  4. boeien
  5. boeien
  6. boeien
o.v.t.
  1. boeide
  2. boeide
  3. boeide
  4. boeiden
  5. boeiden
  6. boeiden
v.t.t.
  1. heb geboeid
  2. hebt geboeid
  3. heeft geboeid
  4. hebben geboeid
  5. hebben geboeid
  6. hebben geboeid
v.v.t.
  1. had geboeid
  2. had geboeid
  3. had geboeid
  4. hadden geboeid
  5. hadden geboeid
  6. hadden geboeid
o.t.t.t.
  1. zal boeien
  2. zult boeien
  3. zal boeien
  4. zullen boeien
  5. zullen boeien
  6. zullen boeien
o.v.t.t.
  1. zou boeien
  2. zou boeien
  3. zou boeien
  4. zouden boeien
  5. zouden boeien
  6. zouden boeien
en verder
  1. ben geboeid
  2. bent geboeid
  3. is geboeid
  4. zijn geboeid
  5. zijn geboeid
  6. zijn geboeid
diversen
  1. boei!
  2. boeit!
  3. geboeid
  4. boeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

boeien [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de boeien
    de handboeien; handijzers; de boeien

Verwante woorden van "boeien":


Verwante synoniemen voor boeiend