Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. boel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor boel in het Nederlands

boel:

boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boel
    heleboel; de hoop; de boel
    • heleboel [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de boel
    – de dingen in de omgeving 1
    de boel
    – de dingen in de omgeving 1
    • boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • wat is het hier een vuile boel!1
  3. de boel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    de veel; de hoop; de massa; de stoot; de boel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    • veel [de ~] zelfstandig naamwoord
      • zij hebben veel kinderen1
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • wat een hoop snoepjes heb jij!1
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een massa boeken1
    • stoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een stoot boeken gekocht1
    • boel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • er zijn een boel mensen op straat1

Verwante woorden van "boel":

  • boelen, boeltje, boeltjes

Alternatieve synoniemen voor "boel":


Antoniemen van "boel":


Verwante definities voor "boel":

  1. de dingen in de omgeving1
    • wat is het hier een vuile boel!1
  2. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • er zijn een boel mensen op straat1

Verwante synoniemen voor boel