Overzicht


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor braafheid in het Nederlands

braafheid:

braafheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de braafheid
    de braafheid

Verwante woorden van "braafheid":


braafheid vorm van braaf:

braaf bijvoeglijk naamwoord

  1. braaf
    zoet; lief; braaf; voorbeeldig; deugdzaam
  2. braaf
    rechtvaardig; eerlijk; braaf; rechtgeaard; rechtschapen
  3. braaf
    – wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg 1
    lief; zoet; braaf; gehoorzaam
    – wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg 1
    • lief bijvoeglijk naamwoord
      • de kinderen waren erg lief vandaag1
    • zoet bijvoeglijk naamwoord
      • Ilse is een zoet kind1
    • braaf bijvoeglijk naamwoord
      • onze hond is altijd braaf1
    • gehoorzaam bijvoeglijk naamwoord
      • deze leerlingen zijn erg gehoorzaam1

Verwante woorden van "braaf":


Alternatieve synoniemen voor "braaf":


Antoniemen van "braaf":


Verwante definities voor "braaf":

  1. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • onze hond is altijd braaf1