Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor briefje in het Nederlands

briefje:

briefje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het briefje
    het bankbiljet; het briefje; het papiergeld
  2. het briefje
    de aantekening; het briefje; het kattebelletje; het kladbriefje; het kladje; de krabbel; het schrijfsel
  3. het briefje
    het attest; het bewijs; het briefje
    • attest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • briefje [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "briefje":


brief:

brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de brief
    de brief; het schrijven; de epistel
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schrijven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • epistel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de brief
    de brief
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de brief
    – bankbiljet 1
    de brief
    – bankbiljet 1
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • een briefje van honderd1
  3. de brief
    – geschreven boodschap aan iemand 1
    de brief
    – geschreven boodschap aan iemand 1
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • ik schrijf mijn moeder een brief1

Verwante woorden van "brief":


Verwante definities voor "brief":

  1. bankbiljet1
    • een briefje van honderd1
  2. geschreven boodschap aan iemand1
    • ik schrijf mijn moeder een brief1