Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor certificaten in het Nederlands

certificaten:

certificaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de certificaten
    de certificaten; de stukken; de aktes; de documenten
    • certificaten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • stukken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • aktes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • documenten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "certificaten":


certificaat:

certificaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het certificaat
    het diploma; het certificaat; het charter; de oorkonde
  2. het certificaat
  3. het certificaat
    het certificaat

Verwante woorden van "certificaat":