Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor charme in het Nederlands

charme:

charme [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de charme
    de aantrekkingskracht; de charme; de aanlokkelijkheid; de bekoring; de bekoorlijkheid; de gratie; de aantrekkelijkheid

Verwante woorden van "charme":

  • charmes