Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. chirurg:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor chirurg in het Nederlands

chirurg:

chirurg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de chirurg
    de chirurg; de heelkundige
  2. de chirurg
    de chirurg
    • chirurg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de chirurg
    – hij opereert mensen 1
    de chirurg
    – hij opereert mensen 1
    • chirurg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • een chirurg haalde mijn blindedarm eruit1

Verwante woorden van "chirurg":


Verwante definities voor "chirurg":

  1. hij opereert mensen1
    • een chirurg haalde mijn blindedarm eruit1