Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. coach:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor coach in het Nederlands

coach:

coach [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de coach
    de coach; de oefenmeester
    • coach [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oefenmeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "coach":