Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor defect in het Nederlands

defect:

defect bijvoeglijk naamwoord

  1. defect
    kapot; gebroken; defect; stuk; onklaar; aan stukken; in stukken
  2. defect
    buiten gebruik; defect; stuk; onklaar

defect [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het defect
    het defect; machinedefect; de fout; het gebrek; het mankement; het euvel
    • defect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • machinedefect [znw.] zelfstandig naamwoord
    • fout [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mankement [het ~] zelfstandig naamwoord
    • euvel [het ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "defect":