Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. definiërend:
  2. definiëren:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor definiërend in het Nederlands

definiërend:

definiërend bijvoeglijk naamwoord

  1. definiërend
    definiërend; omschrijvend

definiërend vorm van definiëren:

definiëren werkwoord (definieer, definieert, definieerde, definieerden, gedefinieerd)

  1. definiëren
    definiëren; bepalen; omschrijven
    • definiëren werkwoord (definieer, definieert, definieerde, definieerden, gedefinieerd)
    • bepalen werkwoord (bepaal, bepaalt, bepaalde, bepaalden, bepaalt)
    • omschrijven werkwoord (omschrijf, omschrijft, omschreef, omschreven, omschreven)

Conjugations for definiëren:

o.t.t.
  1. definieer
  2. definieert
  3. definieert
  4. definiëren
  5. definiëren
  6. definiëren
o.v.t.
  1. definieerde
  2. definieerde
  3. definieerde
  4. definieerden
  5. definieerden
  6. definieerden
v.t.t.
  1. heb gedefinieerd
  2. hebt gedefinieerd
  3. heeft gedefinieerd
  4. hebben gedefinieerd
  5. hebben gedefinieerd
  6. hebben gedefinieerd
v.v.t.
  1. had gedefinieerd
  2. had gedefinieerd
  3. had gedefinieerd
  4. hadden gedefinieerd
  5. hadden gedefinieerd
  6. hadden gedefinieerd
o.t.t.t.
  1. zal definiëren
  2. zult definiëren
  3. zal definiëren
  4. zullen definiëren
  5. zullen definiëren
  6. zullen definiëren
o.v.t.t.
  1. zou definiëren
  2. zou definiëren
  3. zou definiëren
  4. zouden definiëren
  5. zouden definiëren
  6. zouden definiëren
en verder
  1. is gedefinieerd
  2. zijn gedefinieerd
diversen
  1. definieer!
  2. definieert!
  3. gedefinieerd
  4. definiërend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze