Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. deksels:
  2. deksel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor deksels in het Nederlands

deksels:

deksels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de deksels
    de deksels
    • deksels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Verwante woorden van "deksels":


deksel:

deksel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de deksel
    de deksel; het lid
    • deksel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lid [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de deksel
    de deksel; de stolp; de dop; het boerenhuis; de kaasstolp; stolphuis; stulpkooi
    • deksel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stolp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • dop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • boerenhuis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kaasstolp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • stolphuis [znw.] zelfstandig naamwoord
    • stulpkooi [znw.] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "deksel":