Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. doch:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor doch in het Nederlands

doch:

doch

  1. doch

doch bijvoeglijk naamwoord

  1. doch
    echter; maar; niettemin; doch; nochtans

doch

  1. doch
    – geeft een tegenstelling aan 1
    de maar; echter; nochtans; doch
    – geeft een tegenstelling aan 1
    • maar [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hij is wel aardig, maar ook een beetje gek1
    • echter
      • Jan heeft echter weer bezwaren.1
    • nochtans
      • je hebt het gezegd, maar ik ben het nochtans vergeten1
    • doch
      • hij is lastig doch interessant1

Alternatieve synoniemen voor "doch":


Verwante definities voor "doch":

  1. geeft een tegenstelling aan1
    • hij is lastig doch interessant1