Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. donderdag:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor donderdag in het Nederlands

donderdag:

donderdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de donderdag
    de donderdag
  2. de donderdag
    – de vierde dag van de week 1
    de donderdag
    – de vierde dag van de week 1
    • donderdag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • donderdagavond is in veel steden koopavond1

Verwante woorden van "donderdag":

  • donderdagen, donderdags

Verwante definities voor "donderdag":

  1. de vierde dag van de week1
    • donderdagavond is in veel steden koopavond1

Verwante synoniemen voor donderdag