Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. doorlaten:
  2. doorlaat:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor doorlaten in het Nederlands

doorlaten:

doorlaten werkwoord (laat door, liet door, lieten door, doorgelaten)

  1. doorlaten
    doorlaten
    • doorlaten werkwoord (laat door, liet door, lieten door, doorgelaten)

Conjugations for doorlaten:

o.t.t.
  1. laat door
  2. laat door
  3. laat door
  4. laten door
  5. laten door
  6. laten door
o.v.t.
  1. liet door
  2. liet door
  3. liet door
  4. lieten door
  5. lieten door
  6. lieten door
v.t.t.
  1. heb doorgelaten
  2. hebt doorgelaten
  3. heeft doorgelaten
  4. hebben doorgelaten
  5. hebben doorgelaten
  6. hebben doorgelaten
v.v.t.
  1. had doorgelaten
  2. had doorgelaten
  3. had doorgelaten
  4. hadden doorgelaten
  5. hadden doorgelaten
  6. hadden doorgelaten
o.t.t.t.
  1. zal doorlaten
  2. zult doorlaten
  3. zal doorlaten
  4. zullen doorlaten
  5. zullen doorlaten
  6. zullen doorlaten
o.v.t.t.
  1. zou doorlaten
  2. zou doorlaten
  3. zou doorlaten
  4. zouden doorlaten
  5. zouden doorlaten
  6. zouden doorlaten
en verder
  1. ben doorgelaten
  2. bent doorgelaten
  3. is doorgelaten
  4. zijn doorgelaten
  5. zijn doorgelaten
  6. zijn doorgelaten
diversen
  1. laat door!
  2. laat door!
  3. doorgelaten
  4. doorlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "doorlaten":


doorlaten vorm van doorlaat:

doorlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de doorlaat
    de doorlaat
    • doorlaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "doorlaat":