Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor eerlijke in het Nederlands

eerlijke:

eerlijke [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. eerlijke
    eerlijke; rechtschapene

Verwante woorden van "eerlijke":


eerlijke vorm van eerlijk:

eerlijk bijvoeglijk naamwoord

  1. eerlijk
    fair; eerlijk
    • fair bijvoeglijk naamwoord
    • eerlijk bijvoeglijk naamwoord
  2. eerlijk
    rechtvaardig; eerlijk; braaf; rechtgeaard; rechtschapen
  3. eerlijk
    rondborstig; eerlijk; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig
  4. eerlijk
    oprecht; eerlijk; rechtschapen; open
  5. eerlijk
    oprecht; echt; ronduit; eerlijk; menens
  6. eerlijk
    – volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen 1
    eerlijk; rechtvaardig
    – volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen 1
    • eerlijk bijvoeglijk naamwoord
      • hij gaat voor zijn beurt, dat is niet eerlijk1
    • rechtvaardig bijvoeglijk naamwoord
      • ik vind het niet rechtvaardig dat ik zo weinig verdien1
  7. eerlijk
    – wie de waarheid spreekt en niet bedriegt 1
    eerlijk; oprecht
    – wie de waarheid spreekt en niet bedriegt 1
    • eerlijk bijvoeglijk naamwoord
      • je moet eerlijk tegen me zijn1
    • oprecht bijvoeglijk naamwoord
      • hij was oprecht toen hij zei dat hij het niet gedaan had1

Verwante woorden van "eerlijk":


Alternatieve synoniemen voor "eerlijk":


Antoniemen van "eerlijk":


Verwante definities voor "eerlijk":

  1. volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen1
    • hij gaat voor zijn beurt, dat is niet eerlijk1
  2. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt1
    • je moet eerlijk tegen me zijn1