Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. etteren:
  2. etter:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor etteren in het Nederlands

etteren:

etteren werkwoord (etter, ettert, etterde, etterden, geëtterd)

  1. etteren
    etteren; vervelend doen
  2. etteren
    etteren; zeiken; klieren; griepen
    • etteren werkwoord (etter, ettert, etterde, etterden, geëtterd)
    • zeiken werkwoord (zeik, zeikt, zeek, zeken, gezeken)
    • klieren werkwoord (klier, kliert, klierde, klierden, geklierd)
    • griepen werkwoord
  3. etteren
    pus afscheiden; etteren

Conjugations for etteren:

o.t.t.
  1. etter
  2. ettert
  3. ettert
  4. etteren
  5. etteren
  6. etteren
o.v.t.
  1. etterde
  2. etterde
  3. etterde
  4. etterden
  5. etterden
  6. etterden
v.t.t.
  1. heb geëtterd
  2. hebt geëtterd
  3. heeft geëtterd
  4. hebben geëtterd
  5. hebben geëtterd
  6. hebben geëtterd
v.v.t.
  1. had geëtterd
  2. had geëtterd
  3. had geëtterd
  4. hadden geëtterd
  5. hadden geëtterd
  6. hadden geëtterd
o.t.t.t.
  1. zal etteren
  2. zult etteren
  3. zal etteren
  4. zullen etteren
  5. zullen etteren
  6. zullen etteren
o.v.t.t.
  1. zou etteren
  2. zou etteren
  3. zou etteren
  4. zouden etteren
  5. zouden etteren
  6. zouden etteren
diversen
  1. etter!
  2. ettert!
  3. geëtterd
  4. etterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwante woorden van "etteren":


etter:

etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de etter
    de etter; de etterbak
    • etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etterbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. de etter
    de pus; de etter
    • pus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • etter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "etter":

  • etteren, etters, ettertje, ettertjes