Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. extra:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor extra in het Nederlands

extra:

extra bijvoeglijk naamwoord

  1. extra
    extra; toegevoegd
  2. extra
    – nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk 1
    meer; extra
    – nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk 1
    • meer bijvoeglijk naamwoord
      • ik kreeg meer geld dan vorige week1
    • extra bijvoeglijk naamwoord
      • hij kreeg extra zakgeld1
    aanvullend
  3. extra
    – onverwacht en anders dan normaal 1
    extra
    – onverwacht en anders dan normaal 1
    • extra bijvoeglijk naamwoord
      • we krijgen af en toe een extraatje van de baas1

extra [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het extra
    – nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk 1
    het meer; het extra
    – nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk 1
    • meer [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik kreeg meer geld dan vorige week1
    • extra [het ~] zelfstandig naamwoord
      • hij kreeg extra zakgeld1

Alternatieve synoniemen voor "extra":


Antoniemen van "extra":


Verwante definities voor "extra":

  1. onverwacht en anders dan normaal1
    • we krijgen af en toe een extraatje van de baas1
  2. nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk1
    • hij kreeg extra zakgeld1

Verwante synoniemen voor extra