Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. factuur:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor factuur in het Nederlands

factuur:

factuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de factuur
    – papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen 1
    de factuur; de rekening; de nota
    – papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen 1
    • factuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • deze factuur heb ik al betaald1
    • rekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • we moeten de rekening van de verbouwing nog krijgen1
    • nota [de ~] zelfstandig naamwoord
      • we hebben de nota van de schoolboeken ontvangen1

Verwante woorden van "factuur":

  • facturen, factuurtje, factuurtjes

Alternatieve synoniemen voor "factuur":


Verwante definities voor "factuur":

  1. papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen1
    • deze factuur heb ik al betaald1