Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor feitelijk in het Nederlands

feitelijk:

feitelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. feitelijk
    daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid
  2. feitelijk
    vast en zeker; zeker; waarachtig; stellig; waarlijk; vast; feitelijk; beslist; reëel; heus; welzeker; voorzeker; gewis; geheid
  3. feitelijk
    – in de grond van de zaak, in werkelijkheid 1
    eigenlijk; feitelijk
    – in de grond van de zaak, in werkelijkheid 1
    • eigenlijk bijvoeglijk naamwoord
      • ze doet wel boos, maar eigenlijk is ze heel aardig1
    • feitelijk bijvoeglijk naamwoord
      • de feitelijke toestand ken ik niet1

Verwante woorden van "feitelijk":

  • feitelijkheid, feitelijke

Alternatieve synoniemen voor "feitelijk":


Verwante definities voor "feitelijk":

  1. in de grond van de zaak, in werkelijkheid1
    • de feitelijke toestand ken ik niet1