Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. flexibel:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor flexibel in het Nederlands

flexibel:

flexibel bijvoeglijk naamwoord

  1. flexibel
    flexibel; soepel; buigbaar
  2. flexibel
    buigzaam; flexibel; meegaand; soepel
  3. flexibel
    – je kunt het buigen en van vorm veranderen 1
    flexibel; soepel
    – je kunt het buigen en van vorm veranderen 1
    • flexibel bijvoeglijk naamwoord
      • rubber is flexibel materiaal1
    • soepel bijvoeglijk naamwoord
      • rubber is een soepel materiaal1

Verwante woorden van "flexibel":

  • flexibeler, flexibelere, flexibelst, flexibelste, flexibele

Alternatieve synoniemen voor "flexibel":


Antoniemen van "flexibel":


Verwante definities voor "flexibel":

  1. je kunt het buigen en van vorm veranderen1
    • rubber is flexibel materiaal1