Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. functie:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor functie in het Nederlands

functie:

functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de functie
    de functie; de betrekking; het ambt
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • ambt [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. de functie
    de positie; de functie; de baan; de dienstbetrekking; de job
    • positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • baan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dienstbetrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • job [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. de functie
    de functie
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. de functie
    – waarvoor het dient 1
    de functie
    – waarvoor het dient 1
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • wat is de functie van deze knop?1
  5. de functie
    – werk dat je moet doen 1
    de functie
    – werk dat je moet doen 1
    • functie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • welke functie heeft zij in dat bedrijf?1

Verwante woorden van "functie":


Verwante definities voor "functie":

  1. waarvoor het dient1
    • wat is de functie van deze knop?1
  2. werk dat je moet doen1
    • welke functie heeft zij in dat bedrijf?1

Verwante synoniemen voor functie