Overzicht
Nederlands Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. gangbaarheid:
  2. gangbaar:


Nederlands

Uitgebreide synoniemen voor gangbaarheid in het Nederlands

gangbaarheid:

gangbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gangbaarheid
    de algemeenheid; gebruikelijkheid; de gangbaarheid

Verwante woorden van "gangbaarheid":


gangbaar:

gangbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. gangbaar
    gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon
  2. gangbaar
    gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal
  3. gangbaar
    – wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1
    gewoon; normaal; gangbaar
    – wat veel voorkomt of gebruikt wordt 1
    • gewoon bijvoeglijk naamwoord
      • hij heeft gewoon griep, niets bijzonders!1
    • normaal bijvoeglijk naamwoord
      • 35 graden is geen normale temperatuur1
    • gangbaar bijvoeglijk naamwoord
      • dit is een gangbare uitdrukking1
  4. gangbaar
    – waar veel naar gevraagd wordt 1
    gangbaar
    – waar veel naar gevraagd wordt 1
    • gangbaar bijvoeglijk naamwoord
      • dat is een gangbaar artikel1

Verwante woorden van "gangbaar":


Alternatieve synoniemen voor "gangbaar":


Antoniemen van "gangbaar":


Verwante definities voor "gangbaar":

  1. wat veel voorkomt of gebruikt wordt1
    • dit is een gangbare uitdrukking1
  2. waar veel naar gevraagd wordt1
    • dat is een gangbaar artikel1