Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
In English
Home
->
Woordenboeken
->
Nederlands/Nederlands
->Vertaal gat
Synoniemen voor "
gat
" in het Nederlands
Zoek
Overzicht
Nederlands Synoniemen:
Meer gegevens...
gat:
bres
;
opening
;
gat
;
buurtschap
;
gehucht
;
anus
;
aars
;
kloof
;
reet
;
uitsparing
;
inkeping
;
scheur
;
split
;
barst
;
groef
;
waterlek
;
gaatje
;
lek
Nederlands
Uitgebreide synoniemen voor
gat
in het Nederlands
gat:
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het gat
de
bres
;
de
opening
;
het
gat
bres
[
de ~
]
zelfstandig naamwoord
opening
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het gat
de
buurtschap
;
het
gehucht
;
het
gat
buurtschap
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
gehucht
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het gat
de
anus
;
de
aars
;
het
gat
anus
[
de ~ (m)
]
zelfstandig naamwoord
aars
[
de ~ (m)
]
zelfstandig naamwoord
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het gat
de
kloof
;
de
reet
;
de
uitsparing
;
de
inkeping
;
het
gat
;
de
opening
;
de
scheur
;
het
split
;
de
barst
;
de
groef
kloof
[
de ~
]
zelfstandig naamwoord
reet
[
de ~
]
zelfstandig naamwoord
uitsparing
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
inkeping
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
opening
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
scheur
[
de ~
]
zelfstandig naamwoord
split
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
barst
[
de ~ (m)
]
zelfstandig naamwoord
groef
[
de ~
]
zelfstandig naamwoord
het gat
het
gat
;
waterlek
;
het
gaatje
;
de
lek
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
waterlek
[
znw.
]
zelfstandig naamwoord
gaatje
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
lek
[
de ~ (m)
]
zelfstandig naamwoord
het gat
– kleine plaats, klein dorp
1
het
gat
– kleine plaats, klein dorp
1
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
het is echt een gat, waar hij woont
1
het gat
– achterwerk, billen
1
het
gat
– achterwerk, billen
1
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
bij het schaatsen viel hij op zijn gat
1
het gat
– ruimte die niet gevuld is
1
het
gat
;
de
opening
– ruimte die niet gevuld is
1
gat
[
het ~
]
zelfstandig naamwoord
er zit een gat in mijn sok
1
opening
[
de ~ (v)
]
zelfstandig naamwoord
je neus heeft twee openingen
1
Verwante woorden van "gat":
gatten
,
gaten
Alternatieve synoniemen voor "gat":
kont
opening
Verwante definities voor "gat":
kleine plaats, klein dorp
1
het is echt een gat, waar hij woont
1
achterwerk, billen
1
bij het schaatsen viel hij op zijn gat
1
ruimte die niet gevuld is
1
er zit een gat in mijn sok
1
1
Muiswerk Woordenboek